Adopteer jouw stekje online
Ontvang je bestelling per brievenbus
Ontvang online informatie en tips
Word een echte stekbaas!
Geef Peter in de lente en zomer 2 keer per week water en in de herfst en winter 1 keer per week. Zorg dat de grond lichtvochtig blijft, zonder dat de wortels van de plant in een laag water staan. Peter houdt namelijk niet van natte voeten. Als Peter te veel water krijgt, loop je het risico dat wortelrot optreedt. Je kan beter wat vaker kleine hoeveelheden geven dan in één keer een grote plens. Wacht tot de grond licht is opgedroogd voordat je de plant weer water geeft. Hoe vaak en hoeveel water je precies moet geven, is afhankelijk van de grootte van de pot, het soort pot, de temperatuur, het seizoen, de grootte van de plant en de standplaats.
1. Merk je dat de grond na een dag nog staats nat is én de wortels in water staan (vochtig is oké)? Geef dan de volgende keer wat minder water.
2. Merk je dat de grond na twee dagen al droog is? Geef dan de volgende keer wat meer water.
3. Worden de onderste bladeren geel? Dan krijgt Peter waarschijnlijk te veel water en kan je beter even rustiger bewateren.
4. Staat je plant in een terracottapot? Houd er rekening mee dat deze potten (veel) vocht absorberen en de potgrond een stuk sneller uitdroogt. Geef Peter vaker water (dus niet alleen grotere hoeveelheden per keer). Zo verklein je de kans dat je Peter verminkt.
Besproei Peter eenmaal per week. Door het sproeien blijven de bladeren goed vochtig en schoon van stof en ongedierte. Daarnaast helpt het de weerstand van de plant te verhogen. Bijkomend voordeel is dat de bladeren er veel mooier uitzien en minder snel bruine randen krijgen.
Tip: Sproei bij voorkeur met regenwater of gedemineraliseerd water. Kraanwater kan kalk op de bladeren achterlaten waardoor bladeren iets doffer kunnen worden. Gebruik bij voorkeur een plantenspuit met benevelstand.
Plaats Peter op een plek met veel indirect daglicht. Teveel direct zonlicht vindt Peter dan weer níet leuk, dan kunnen zijn jonge bladeren sneller verbranden. Een plekje voor een raam op het noorden of naast een raam op het westen/oosten is perfect.
Als de plant te licht of te donker staat, zal je dit snel zien aan de bladeren. De bladeren kunnen geel worden en slap gaan hangen. Als dit gebeurt raden we aan een nieuw plekje uit te zoeken voor ‘m. Als de plant weinig nieuwe bladeren aanmaakt, kan dit een teken zijn dat de plant op een te donkere plek staat.
Peter is goed in subtiele hints geven en vertelt je graag wat hij van z’n standplaats vindt:
Warmte vindt Peter wel prettig! Plaats hem in een ruimte waar het niet kouder wordt dan 12 graden ’s nachts en 14 graden overdag. Last van de hoge gasprijzen en gebeurt dit toch een keer, dan is er niet direct een hele groot probleem. Boven de 18 graden is de ideale temperatuur om nieuw blad te ontwikkelen.
Tocht houdt Peter niet zo van. Probeer standplaatsen naast open ramen te vermijden.
De luchtvochtigheid mag lekker hoog zijn (tot liefst 90%) als het aan Peter ligt! Helaas halen wij in Nederland deze tropische luchtvochtigheid niet zo snel en zitten we vaak aan de lage kant (binnenshuis 20% tot 40%). Bij een lage luchtvochtigheid zal je sneller last krijgen van bruine randen bij de bladeren en zijn planten gevoeliger voor ziektes.
Om dit te voorkomen is het nodig om de bladeren voldoende te besproeien.
Tip: vermijd een standplaats naast de verwarming, dit soort plekken hebben vaak een erg lage luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat Peter wekelijks 1 tot 2 keer water krijgt en zet het gemakkelijk en snel in je agenda. Klik op de onderstaande knop om de waterreminders automatisch in te laden op Google Calendar.
Peter heeft niet veel eisen aan zijn potgrond. In principe voldoen de meeste standaard potgrondsoorten hier aan. Aanmengen met een deel grof zand kan zorgen dat de grond wat luchtiger wordt en overtollig water makkelijker kan wegtrekken. Ook kunnen de kwetsbare wortels van de Pannenkoekenplant hier beter in ontwikkelen en krijg je sneller babyplantjes.
Tip: Bedek de potgrond niét met beukensnippers of leuke steentjes. Dit zorgt ervoor dat de potgrond eronder onvoldoende kan ‘ademen’ en dit kan schadelijk zijn voor je plant.
Vloeibare plantenvoeding is nodig wanneer de voeding uit de potgrond allemaal opgenomen is. Bij normale potgrond is dit ongeveer na 2-3 maanden, bij onze eigen potgrond is dit na ongeveer 6 maanden.
Wanneer de Pilea Peperomioides in de lente en zomer nieuwe bladeren en stekjes gaat aanmaken is bijvoeden wenselijk. Dit kost namelijk veel energie. Daarnaast zorgen voldoende voedingstoffen voor het behoud van de bladkleur. Gebruik hiervoor universele, vloeibare kamerplantenvoeding. Kijk voor de juiste dosering op de verpakking en gebruik nooit meer dan staat aangegeven. Te veel voeding is slecht voor de plant en de wortels. In de winter en herfst is bemesten niet nodig. Dit kan zelfs schadelijk zijn voor de kamerplant.
Vernieuwen van potgrond kan om verschillende redenen:
Één van de redenen is dat de voeding uit de potgrond onttrokken is en je liever niet steeds zelf wilt klungelen met vloeibare plantenvoeding. Doe dit dan wanneer de 2-3 (lente- of herfst)maanden voorbij zijn of in het geval van onze potgrond de 6 (lente- of herfst)maanden.
Een andere reden kan zijn dat je toch al gaat verpotten.
Voorzien van nieuwe potgrond kan ook als Peter last heeft van ongedierte zoals rouwvliegjes of luizen. Hierdoor voorkom je dat in de grond gelegde eitjes uitkomen en doorbreek je de cyclus. Planten voorzien van nieuwe potgrond is een optie die veel energie vraagt van de plant. Voor andere oplossingen die je beter eerst kan proberen klik je hier.
Als laatste kan je potgrond verversen als de grond echt té nat is. Hierdoor voorkom je dat je plant sterft aan wortelrot.
Tip: Potgrond vervangen kost veel energie van de plant, vermijd dit zolang het niet nodig is.
Trips zijn langwerpige, kleine insecten die zwart, (licht)geel of geelbruin zijn. Ze zijn ongeveer 1 tot 2 millimeter lang en bevinden zich vaak bovenop (jonge) bladeren of onderop, in de buurt van de nerven. De larven zijn langwerpig en tref je vaak in grote aantallen bij elkaar. Volwassen exemplaren herken je als langwerpige vliegjes met strepen, die dwars over het lijfje lopen. Twijfel je of het trips is, kijk dan naar de vlucht: Vliegt het diertje erg ongecontroleerd, dan weet je zeker dat het trips is. Vliegt het wél gecontroleerd? Dan kunnen het de veel minder schadelijke rouwvliegjes zijn! Trips leggen hun eitjes in plantenstengels en in bladeren. De larven voeden zich met de bladeren en het sap van de plant.
Vaak is het de schade waardoor je de aanwezigheid van trips opmerkt.
Tekenen waardoor je de aanwezigheid van trips kan herkennen, zonder de trips zelf te zien:
Behandeling van trips is lastig en kan veel geduld kosten. Hoe eerder je begint, hoe sneller je resultaat zult zien. Hoe langer je wacht, hoe groter de kans dat je plant het niet overleeft. Geen paniek, we helpen je graag ons stappenplan:
Zo kan je de kans op trips in het vervolg verkleinen:
Trips kunnen hardnekkig zijn: geef het niet op na één poging om de trips te verwijderen. Werk stap 1,2 en 3 een aantal keer af, schakel door naar stap 4 en 5 en heb geduld. Alhoewel je de aanwezigheid kan minimaliseren, kan je het niet altijd voorkomen: Soms kan je nog zo’n goede plantverzorger zijn, maar dan heb je gewoon pech.
Voorkomen is beter dan genezen: Houd je plant schoon en gezond, controleer regelmatig op tekenen van trips en handel snel als je trips hebt gespot. Met deze tips hou je jouw planten gezond en trips-vrij!
Wolluis, ook bekend als de wollige dopluis, dankt zijn naam aan het witte, wasachtige materiaal dat zijn lichaam bedekt, waardoor het eruitziet als kleine pluizige bolletjes of wollige massa’s. De wolluis heeft een ovaalvormig lichaam, is wit tot lichtbruin en is enkele millimeters groot. De wasachtige laag beschermd de wolluis tegen natuurlijke vijanden. Het behandelen van Wolluis is relatief makkelijk en je plant kan vaak goed herstellen!
Wolluis is het best te herkennen aan:
Het behandelen van Wolluis is relatief makkelijk en je plant kan er vaak goed van herstellen. Hoe eerder je begint, hoe sneller je resultaat zult zien. Hoe langer je wacht, hoe groter de kans dat andere planten ook wolluis krijgen. Geen paniek, we helpen je graag ons stappenplan:
Zo kan je de kans op wolluis in het vervolg verkleinen:
Wolluis is relatief makkelijk te verhelpen, mits je op tijd ingrijpt. Werk stap 1,2 en 3 een aantal keer af, schakel door naar stap 4 en 5 en heb geduld. Alhoewel je de aanwezigheid kan minimaliseren, kan je het niet altijd voorkomen: Soms kan je nog zo’n goede plantverzorger zijn, maar dan heb je gewoon pech.
Voorkomen is beter dan genezen: Houd je plant schoon en gezond, controleer regelmatig op ongedierte en handel snel als je wolluis spot. Met deze tips hou je jouw planten gezond en wolluis-vrij!
Bladluizen zijn kleine insecten die zich nestelen op planten en zuigen het sap uit de plant. Bladluizen kan je in alle kleuren verzamelen, maar de groene en zwarte variant zijn het meest voorkomend. Bladluizen zijn klein, meestal maar 0,5 millimeter. In kleine hoeveelheden zijn bladluizen niet zo schadelijk, maar ze planten zich enorm snel voort (helemaal in de zomer) en in grote populaties kunnen ze grote problemen veroorzaken. Bladluizen tref je voornamelijk op buitenplanten aan, dus pas op waar je je kamerplant in de zomer buiten plaatst!
Bladluis kan je aan de volgende dingen herkennen:
Het behandelen van bladluis vergt enigszins energie. Doordat ze zo klein zijn en zich snel voortplanten, zijn er slechts enkele nodig om snel weer een nieuwe populatie te startten. Hoe eerder je met behandelen begint, hoe sneller je resultaat zult zien. Hoe langer je wacht, hoe groter de kans dat andere planten ook bladluis krijgen. Geen paniek, we helpen je graag met ons stappenplan:
Zo kan je de kans op bladluis in het vervolg verkleinen:
Bladluis is relatief makkelijk te verhelpen, mits je op tijd ingrijpt. Werk stap 1,2 en 3 een aantal keer af, schakel door naar stap 4 en 5 en heb geduld. Alhoewel je de aanwezigheid kan minimaliseren, kan je het niet altijd voorkomen: Soms kan je nog zo’n goede plantverzorger zijn, maar dan heb je gewoon pech.
Voorkomen is beter dan genezen: Houd je plant schoon en gezond, controleer regelmatig op ongedierte en handel snel als je bladluis spot. Met deze tips hou je jouw planten gezond en bladluis-vrij!
De dopluis is een luis van 4 mm groot. Op zijn rug zit een schild, in de vorm van een dopje (vandaar het deel ”dop” in dopluis). De schild van de dopluis is vergroeid met het lichaam en bevat talloze eitjes. Uit deze eitjes ontwikkelen zich de jongen dopluizen. Deze zijn actief en bewegen zich over de hele plant. Volwassen dopluizen blijven daarentegen vaak op één plek zitten, meestal op de nerven van bladeren of op de stengel.
De dopluis is door zijn schild beter beschermd. Dat maakt het behandelen nét wat lastiger!
Dopluis in huis? aan de volgende punten kan je checken of je inderdaad dopluis op je kamerplant hebt.
Het behandelen van Dopluis vergt enigszins energie. Dit doordat ze goed beschermt zijn door hun schild. Krijg je de volwassen exemplaren eenmaal weg, dan krijg je de plaag snel onder controle: de eitjes bewaard de dopluis onder haar schild. Hoe eerder je met behandelen begint, hoe sneller je resultaat zult zien. Hoe langer je wacht, hoe groter de kans dat andere planten ook dopluis krijgen. Geen paniek, we helpen je graag met ons stappenplan:
Van gele bladeren krijgen veel mensen toch snel de kriebels: wat is er mis met mijn plant? Wij helpen je verder. Hieronder hebben wij de meest voorkomende redenen van gele bladeren voor je uitgewerkt.
De meest voorkomende reden waarom bladeren geel worden en van je plant afvallen, is omdat je groene kamergenoot ruimte maakt voor nieuwe bladeren. Vaak zijn het de oudste ( en onderste) bladeren. In het najaar en net na het verhuizen van staplaats zie je dit vaak. Geen reden voor paniek: planten hebben vaak een stabiel aantal bladeren. Dus waar nieuwe bladeren komen, zie je vaak oude bladeren verdwijnen.
Mogelijke oorzaak: te veel water in de pot.
De onderste bladeren van Peter zijn meestal de eerste slachtoffers als je te veel water geeft. Door een overschot aan water in de pot, komt er minder lucht bij de wortels waardoor de wortels kunnen verdrinken. Hierdoor laat Peter als eerst zijn onderste bladeren vallen om energie te besparen. Check de aarde (niet alleen bovenin, maar zeker ook onderin de pot) en zorg dat je plant goed kan uitlekken. Eventueel kan een tampon gebruikt worden om water snel uit de grond te absorberen als er echt teveel water in de pot zit.
Mogelijke oorzaak: te weinig water
Als de bladeren geel worden met bruine, knisperige randen, is de kans groot dat je plant dorstig is. De plant krijgt niet genoeg vocht om alle bladeren goed te verzorgen, en de buitenste punten drogen dan het eerst uit. Overige bladeren zullen in veel gevallen ook al wat krullen of hangen.
Controleer of de grond vochtig is. Afhankelijk van de pot, seizoen en grootte van je groene kamergenoot mag je voortaan best wat meer water geven.
Mogelijke oorzaak: te veel direct zonlicht.
Direct zonlicht kan de bladeren “verbranden,” waardoor ze hun groene kleur verliezen en uiteindelijk geel of zelfs wit worden. Vooral planten die van nature in de schaduw van andere planten en bomen leven, zijn hier gevoelig voor. Ook als een plant van staplaats verandert en plotseling meer direct zonlicht krijgt, kan hier last van krijgen.
Bladeren die verbrand zijn, zullen niet herstellen. Deze bladeren zullen langzaam afsterven en de plant zal zijn energie steken in het maken van verse bladeren.
Om te voorkomen dat meer bladeren verbranden is het handig Peter op een plek met minder direct daglicht te zetten. Let op: een nieuwe verhuizing kan een shock geven. Meer tocht, vocht, warmer: let er goed op dat de nieuwe staplaats niet te veel verschilt met de huidige plek.
Als de jonge, nieuwe bladeren geel worden, kan het zijn dat je plant wat extra voeding nodig heeft. Dit komt vaak door een tekort aan essentiële voedingsstoffen. Een extra aanwijzing dat je plant te weinig voeding heeft, kan zijn dat je plant niet meer groeit. Geef je plant wat plantenvoeding volgens de aanbevolen dosering. De beste plantenvoeding voor jouw plant is in onze webshop te vinden!
Overpotten kan ook een oplossing bieden. Hierover kan je meer lezen bij het onderdeel ”Algemene verzorging”.
Groeit je plant niet meer of niet snel en ben je benieuwd hoe dat kan? Geen paniek, dat kan verschillende redenenen hebben. Lees snel verder!
Een veelvoorkomende oorzaak is een ziekte die de plant meedraagt. Dat kan een bladschimmel zijn, maar ook een kwaadwillend beestje dat zijn plek op jouw plant heeft gevonden.
Ga na bij je plant of je wat kan vinden. Zie je op de plant zelf kleine beetjes, webjes, schimmelplekjes of iets dat daarop lijkt? Grote kans dat dit dan de oorzaak van de verminderde groei is. Bezoek de pagina ‘’testtest” om te ontdekken hoe je hiermee om moet gaan.
Veel planten hebben in de winter een soort rustperiode waarin ze minder groeien. Dit is heel normaal, waarbij ze ongeveer 95% trager groeien dan in het voorjaar en zomer.
Als je plant al een tijdje in dezelfde pot staat, kan hij “wortelgebonden” raken. Dit betekent dat de wortels zo groot zijn geworden dat ze de hele pot vullen, wat de groei beperkt. Hierdoor kan de plant minder water en voedingsstoffen opnemen.
Check de wortels. Zitten er meer wortels in dan potgrond? Dan is het hoog tijd om een grotere pot te kiezen. Aanbevolen is om een pot te kiezen die minstens 20% groter is, maar groter mag natuurlijk ook.
Planten hebben specifieke temperatuurzones waarin ze optimaal groeien. Als de omgeving te koud is, kan de groei vertragen omdat de plant niet genoeg energie kan produceren. Zorg dat je plant in een kamer staat met een stabiele temperatuur die past bij zijn behoeften. De meeste kamerplanten voelen zich prettig bij een temperatuur tussen 18 en 25 graden Celsius.
Licht is de motor van de groei! Planten zetten licht om in energie via fotosynthese. Als je plant te weinig licht krijgt, vertraagt het groeiproces. Zelfs als je plant het overleeft in een schaduwrijke plek, betekent dat nog niet dat hij optimaal groeit. Zet je plant in een lichtere ruimte en je plant fleurt waarschijnlijk helemaal op.